Back in 0031
Hij stapte in zijn badslippers en scheurde weg in zijn auto. Luid toeterend reed hij door de straten, links en rechts anderen inhalend en natuurlijk werden die rare fietsen aan de kant gedrukt. Wat doen die rare fietsers toch? Ga op de stoep met dat speelgoed! Mensen keken hem wel raar na, toen hij met 70 kilometer per uur over een zebrapad scheurde. Gelukkig kon hij nog net hard toeteren, die sukkels liepen zo maar de straat op! Gevaarlijke gekken, mompelde Edward. Eenmaal op de snelweg had hij geluk. Ondanks het feit dat alles muurvast stond, zag hij nog net een stukje vrij asfalt op de meest rechterbaan. Vakkundig stuurde hij over de doorgetrokken streep, dat reed lekker door. Nu was het slechts een kwestie van veel toeteren, zodat anderen wisten dat hij eraan kwam.
Eenmaal bij het kantoor aangekomen was er nog net een plekje vrij voor de deur. De motor kon hij vandaag beter laten draaien tijdens het werken, anders zou de airco wel eens uit kunnen gaan. Zo'n dag op kantoor was wel vreemd. Het begon al bij de lift. Toen deze eenmaal beneden was, stormde eerst iedereen naar buiten alvorens de wachtende mensen er in gingen. Vreemd. Iedereen droeg ook vreemde kleren en geen badslippers. Collega's die binnen kwamen gingen ook meteen aan het werk. Men groette elkaar wel, maar heette elkaar geen welkom, bedankte elkaar niet voor het feit dat men de ander welkom heette en men wenste elkaar geen geluk. Een kopje koffie werd hem nog net aangeboden. Een ijskoffie met veel melk graag... Vol onbegrip werd hij aangekeken en even later stond een kop dampende koffie voor zijn neus. Warme koffie??? Nou ja zeg! Apart hoor!
Ondertussen ging Sanne de stad in. Ze liep naar buiten en wachtte tot ze aangesproken werd door duistere types die haar tegen betaling wel wilde wegbrengen. Vreemd genoeg gebeurde dit niet, dus besloot ze een taxi aan te houden. De chauffeur vond het wel vreemd dat ze niet instapte voordat hij de meter had aangezet. Drie straten verder bleek dat de meter gemanipuleerd was. Zeventien euro voor een ritje van een kwartier? Maar argumenten hielpen niet. Kwaad stapte ze de taxi uit en stapte de Albert Heijn binnen. Eenmaal bij de kassa gebeurde het onvoorstelbare. De mensen drongen niet voor maar wachtten, ietwat ongeduldig (vind je het gek) op hun beurt.
Goed, waar was Edward ook al weer? Bij een IT bedrijf. Hoe ging dat ook al weer in zijn werk? Oh ja, het is een soort internetcafé, maar dan heel groot. Het was er in ieder geval erg gezellig, al dat TL-licht gaf hem dat behagelijke warme gevoel. Echte sfeerverlichting, en dat op kantoor! Eenmaal achter zijn bureau raakte hij helemaal van slag. Waar moet ik de muntjes ingooien bij deze computer? Huh? Het lijkt wel of ze gratis internet hebben hier! Meteen maar wat foto's uploaden, MSN'en en de krant lezen natuurlijk. Zijn collega's leken zich toch met andere zaken bezig te houden, sterker nog ze irriteerden zich aan zijn surfgedrag. Irritatie? Ach een jaar geleden was hij daar nog wel vatbaar voor, maar nu wist hij wel beter. Het hoort allemaal bij het spel.
Sanne was intussen een kledingwinkel binnengegaan. Vreemd genoeg sprongen er niet drie verkoopsters op haar nek en ze moest zelfs zelf haar kleding uit het rek halen. Toen de verkoopster na vijf minuten dan toch nog enige interesse toonde vroeg ze naar Sanne's maat. Zo groot mogelijk, heb je XXXXL? De verkoopster schoot in de lach en stelde een maatje M voor. Wonder boven wonder paste het ook nog. Vreemde maten hier, dacht Sanne.
Edward's ochtend verliep prettig, de momenten dat hij niets te doen had gebruikte hij om even te slapen. Zo was het al snel tijd voor de lunch. Het personeel in de kantine had er blijkbaar zin in. Het openingsbod voor de Fried Rice, die ze trouwens Nassie noemden, was erg hoog. Ze vroegen drie euro. Vakkundig bood hij twee kwartjes, maar toen gingen ze heel lacherig doen. Ok, één euro? Of twee euro? Ok, ok, rustig maar, voor drie euro hebben we een deal. Chipknip???? Natuurlijk niet, geld moet je kunnen vasthouden! Één van de weinige collega's die hem nog steunde in deze bittere tijden schoof zijn chipknip in de gleuf en wist de gemoederen te bedaren.
Sanne wilde ook wat eten en stapte een foodcourt binnen. Gewoon bij een willekeurig winkelcenrum het trappetje naar beneden, een garantie voor goedkoop en superlekker eten. Maar vreemd genoeg waren er geen trappetjes en al helemaal geen noodles, curry of fried rice. Wat nu? Een euro in een gleuf stoppen en vervolgens een klepje opendoen waar dan iets te eten uit komt? Ja, ik ben gekke Henkie niet! Misschien een pannekoekje bij zo'n brommer-kraampje, ook lekker. Maar de enige brommers die ze zag bleken scooters te zijn en de randgroepjongeren hielden zich met van alles bezig, maar niet met het bakken van pannekoeken. Teleurgesteld en met een lege maag liep Sanne verder door de stad. Is er iets mis met me? Is het mijn adem? Waarom wordt ik niet door iedereen aangesproken? Ze kunnen me toch op zijn minst "my friend" noemen, vragen waar ik vandaan kom en natuurlijk waar ik naar toe ga? Niets van dit, de mensen keken strak voor zich uit en sommigen leken zelfs een doel te hebben. Het moet niet gekker worden. Het leek wel of de fast forward knop aan stond, iedereen liep zo'n twee keer zo snel als normaal! Verward en eenzaam vervolgde Sanne haar weg.
Edward begon inmiddels al aardig te wennen aan het leven in de kantoortuin. Na de lunch, waarbij ze overigens de pepers vergeten waren, deed hij nog even de oogjes toe en tot zijn grote verbazing ging iedereen rond een uur of zes naar huis. Wat? We zijn hier net! Sinds wanneer werken we minder dan 16 uur per dag? Om zeven uur was iedereen weg en om negen uur kwam er een man in uniform de kantoortuin binnen lopen. Oeps, een man met een pet. Ervaring leerde hem dat de negeerstrategie de beste optie was. Nonchalant keek hij de andere kant op, maar de man had het duidelijk op hem gemunt. Nog voor hij hem wat bankbiljetten toe kon stoppen werd hem verzocht om het pand te verlaten. Sluitingstijd, zo werd er gezegd. Sluitingstijd??? Hé, die internetbusiness is een 24x7 aangelegenheid hoor! Alsnog schoof hij de bankbiljetten in de richting van de man met de pet. Maar dit had geen enkel effect. "Regels zijn regels" mompelde de man met de pet. Geshockt door deze revolutionaire uitspraak ging Edward maar weg. Een man met een pet heeft immers altijd gelijk.
Nadat de wielklem van Edward's auto was verwijderd was het nog steeds maar een uur of tien. Voor het eerst in zijn leven had hij een part-time baan, zo bedacht hij zich. Ach, ieder nadeel heeft zijn voordeel. Er was immers nog tijd genoeg voor een biertje bij de Blaffende Visch. Aan de toog bestelde hij een grote bier met veel ijsblokjes. De laatsten werden hem vreemd genoeg geweigerd. Freddy zou zich omdraaien in zijn graf, aldus de barman. Dat werd lauw bier drinken dus. Het eten in de Blaffende Visch was trouwens wel duur geworden, maar gelukkig had hij zijn eigen noodles bij zich. Vreemd genoeg werd hem een bord en bestek geweigerd bij zijn eten. Toen hij zijn maaltijd dan toch maar zo op at, werd hij zo maar het café uitgezet. Het moet niet gekker worden. Wat een eigenaardige dag.....